Hoe willen wij op onze school evalueren en rapporteren in 15 vragen en antwoorden
1.Wat verwachten we concreet van de ouders bij dit nieuwe rapport?
Wij hebben als team een gedegen en diepgaand proces gevoerd om een schooleigen gedragen visie van evalueren en rapporteren te ontwikkelen. Deze visie sluit zeer nauw aan bij ons opvoedingsproject Wij nodigen jullie dan ook uit om deze visietekst door te nemen. Wij hopen dat ouders zich kunnen vinden in onze visie en onze manier van evalueren en rapporteren kunnen waarderen en met een open geest kunnen verwelkomen.
Op de rapporten zijn er open kansen waar kinderen en ouders feedback kunnen geven naar de leerkracht toe. Wij staan open voor constructieve feedback om deze rapportering nog verder uit te diepen, of waar dit nodig zou zijn, bij te sturen. Alvast bedankt om al deze vragen en antwoorden te willen doornemen.
2.Wat verstaan wij onder evalueren?
Evalueren is het verzamelen van betrouwbare gegevens over wat leerlingen kennen, kunnen en zijn. Het gaat dus niet enkel over kennis. Daarom krijgen vaardigheden en attitudes een evenwaardig aandeel in de evaluatie.
Het doel van evalueren is kinderen vooruit helpen en hun persoonlijk leerproces ondersteunen en in kaart brengen. Gaandeweg willen we dat kinderen het eigen leerproces mee in eigen handen durven nemen. Zelfreflectie neemt daarbij een belangrijke plaats in.
3.Wat bedoelen we met rapporteren?
Rapporteren is met leerlingen, ouders en leerkrachten en andere betrokkenen (CLB, gon-medewerkers, externe medewerkers) communiceren over de totale ontwikkeling van het kind. We willen kinderen vergelijken met zichzelf , dus niet met de anderen. Voor onze school is een rapport slechts het resultaat van een heel leerproces, het is een middel om wat we evalueren te communiceren met alle betrokkenen
4.Hoe willen we communiceren met alle betrokkenen?
Kinderen, ouders en leerkrachten willen we voldoende kansen geven om informeel en formeel met elkaar te communiceren.
Voor de kinderen organiseren we binnen de verschillende leerjaren kindcontacten.
- In de 3e kleuterklas en 1e graad : in de loop van de maand december.
- In de 2e en 3e graad : voor de herfstvakantie en kort na de paasvakantie.
Bij deze kindcontacten gaat de aandacht naar de betrokkenheid, het welbevinden en de leef- en leerhouding van uw kind. Ze worden voorbereid m.b.v. een vragenblad aangepast aan de leeftijd.
De leerkracht knoopt dan een persoonlijk gesprek aan met uw kind en samen bespreken ze de evolutie.
Voor de ouders worden er jaarlijks drie oudercontacten georganiseerd en drie rapporten meegegeven waarbij de totale ontwikkeling van het kind bespreekbaar gemaakt wordt. We willen daarbij ruimer communiceren over de ontwikkeling van uw kind dan alleen over punten.
5.Wanneer voorzien we oudercontacten en rapporten?
Voor herfstvakantie | Oudercontacten 1e- 6e leerjaar |
Voor kerstvakantie | Rapport 1e- 6e leerjaar |
Voor de krokusvakantie | Oudercontact 1e- 5e leerjaar |
Voor paasvakantieNa paasvakantie | Rapport 1e – 6e leerjaarOudercontact 6e leerjaar |
Eind mei | Oudercontact 1e -5e leerjaar |
Voor zomervakantie | Rapport 1e – 6e leerjaar |
6.Wat willen we bespreken in de oudercontacten?
De leerkrachten noteren regelmatig observaties, ervaringen , acties, ondersteuning van de kinderen in een leerlingvolgsysteem. Daarin kunnen zowel positieve aspecten als werkpunten de nodige aandacht krijgen.
Het leerlingvolgsysteem is ingedeeld rond 5 inhouden nl.
- Leerontwikkeling vb. Hoe leert uw kind uit fouten? Hoe stuurt het zichzelf bij?
- Werkhouding en taakgedrag vb. Hoe werkt uw kind een opdracht af?
- Cognitief functioneren vb. Hoe lost uw kind een probleem op?
- Socio-emotioneel functioneren vb. Hoe voelt uw kind zich in groep? Hoe gaat het om met anderen?
- Lichamelijk functioneren vb. Hoe voelt uw kind zich fysisch?
Leerkrachten willen positieve aspecten en werkpunten binnen deze 5 inhouden gebruiken als basis voor gesprek voor de oudercontacten.
We willen dat het overleg met kinderen, ouders en leerkrachten opbouwend, eerlijk en toekomstgericht verloopt. Het gaat hier dus verder dan alleen praten over cijfers op een rapport of een toets.
7.Welke vormen van rapporteren naast het ‘gewone’ rapport vinden we ook belangrijk?
- meegeven van werkboeken + feedback in de werkboeken
- meegeven van toetsen + feedback door de leerkracht op de toetsen
- een geschreven boodschap in de agenda
- toonmomenten in de klas
- informele contactmomenten
8.Waarom is zelfevaluatie belangrijk?
Bij elk rapport voorzien we ruimte voor zelfreflectie. Dit wordt, waar het kan, aangepast aan de leeftijd. Zo leren de kinderen zichzelf beter kennen en kunnen ze hun eigen mogelijkheden beter inschatten. Door hun sterke en zwakke punten te leren kennen, kunnen ze hun eigen leerproces plannen en sturen.
9.Hoe willen we rekening houden met verschillen van kinderen?
In het rapport worden geen mediaan en geen procenten meer gebruikt. We willen zoals reeds eerder gezegd, de kinderen vergelijken met zichzelf en focussen op de vooruitgang ten opzichte van zichzelf.
In het rapport worden, waar nodig, extra individuele maatregelen die tegemoet komen aan de noden van het kind genoteerd.
In de klasactiviteiten differentiëren we waar dit enigszins mogelijk is. Dit communiceren we naar de ouders door naast de resultaten op het rapport gebruik te maken van volgende symbolen :
T = als een kind meer tijd heeft gekregen
H = als een kind extra hulp van de leerkracht heeft gekregen
M = als een kind een extra hulpmiddel heeft mogen gebruiken (tafelkaart, woordenboek, rekenmachine, fichekaart,…)
D = als een kind een gedifferentieerde toets heeft gemaakt m.a.w. aangepast aan zijn/haar niveau.
10.Welke doelen willen we evalueren?
We evalueren alle soorten leerdoelen. Naast kennis, regels en technieken zijn er ook leerstrategieën, aanpakwijzen, vaardigheden en attitudes.
Bij godsdienst, taal, wiskunde, wereldoriëntatie en Frans evalueren we met punten.
Bij bewegingsopvoeding, schrift en muzische vorming kiezen we ervoor om niet te evalueren met punten.
De leergebieden schrift en ‘leren leren’ krijgen ook de nodige aandacht.
Hieronder wordt in detail toegelicht hoe we deze leerdoelen evalueren.
11.Hoe evalueren we bewegingsopvoeding?
Bij bewegingsopvoeding wordt de evaluatie gericht op 4 thema’s nl. motorische vaardigheden, gezonde en veilige levensstijl, zelfkennis en zelfvertrouwen en sociaal functioneren.
Vormen van zelfevaluatie worden hier ook voorzien.
Het rapport voor bewegingsopvoeding sluit aan bij de punten- en attituderapporten.
Op het rapport van de 2e en 3e graad vindt u twee criteria van beoordelen: prestatie en inzet.
U kan aan het gebruikte symbool zien :
- hoe uw kind voor een bepaalde doelstelling presteert:
- hoe uw kind zich bij deze doelstelling inzet:
12.Hoe evalueren we schrift?
We richten ons op de schrijfhouding en schrijftechnische vaardigheden en attitudes rond schrijven. We rapporteren hier wat goed loopt, wat voldoende is en wat de werkpunten zijn.
13.Hoe evalueren we muzische opvoeding?
Bij dit leergebied willen we de muzische grondhouding evalueren vanuit de bril van beschouwen en creëren.
Daarbij komen de vijf muzische talen evenwichtig aan bod : beeldopvoeding, muzikale opvoeding, bewegingsexpressie, dramatisch spel en muzisch taalgebruik.
De evaluatie is gericht op het muzische proces en niet alleen op het eindproduct.
De procesevaluatie gebeurt vanuit de leerkracht en ook vanuit het kind zelf.
Elk leerjaar zal het rapporteren van muzische opvoeding met een eigen lay-out invullen waarbij u steeds bovenstaande criteria terugvindt.
14.Hoe evalueren we leren leren?
Omdat we binnen onze school ‘leren leren’ belangrijk vinden, willen we ook hier de evolutie van het kind binnen het eigen leren leren in kaart brengen.
Bij het rapport van leren leren rapporteren we wat het kind goed kan, wat voldoende is en wat de werkpunten zijn.
Deze evaluatie is gebaseerd op de 6 eindtermen van leren leren nl.
- Losse gegevens kunnen leren vb. tafels, dicteewoorden, feitenkennis wero, Frans,
- Informatiebronnen kunnen raadplegen vb. info opzoeken, raadplegen, selecteren.
- Samenhangende informatie kunnen leren vb. navertellen, samenvatten, structureren van info
- Eenvoudige problemen kunnen oplossen vb. oplossingswijze verwoorden, controleren.
- Opdrachten, taken, lessen kunnen plannen en organiseren. Deze planning kunnen bewaken, controleren en bijsturen.
- Een passende leerhouding aannemen vb. ordelijk en correct werken, zelfstandig kunnen werken
De zelfreflectie krijgt hier terug kansen.
15.Hoe evalueren we relationele vaardigheden?
Onze evaluatie van relationele vaardigheden is nog in ontwikkeling. We zoeken verder naar een gepast kader om dit leergebiedoverschrijdend domein ook de nodige aandacht binnen evalueren te geven. We zijn er ons van bewust dat de sociale omgang met elkaar één van de basiswaarden zijn binnen ons opvoedingsproject.